BIJLAGE B

 

 

 

Verklaring voor de Raadsnotulen

(bij de aanneming van de wijzigingen van de Akte van 1976)

 

 

De Raad is van oordeel dat de bepalingen van de onderhavige akte vóór de tweede verkiezing van het Europees Parlement die na de inwerkingtreding van de wijzigingen van de Akte van 1976 zal plaatsvinden, herzien moeten worden.

 

 

______________


BIJLAGE C

 

a)  Notulenverklaring van het Verenigd Koninkrijk

 

Indachtig artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat als volgt luidt:

 

"de Unie eerbiedigt de grondrechten, zoals die worden gewaarborgd door het op 4 november 1950 te Rome ondertekende Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de funda­mentele vrijheden en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien, als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht",

 

zal het Verenigd Koninkrijk ervoor zorgen dat de noodzakelijke wijzigingen worden aangebracht om de kiezers op Gibraltar in staat te stellen, als deel van en onder dezelfde voorwaarden als het electoraat van een bestaand Brits kiesdistrict, hun stem uit te brengen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, opdat  het Verenigd Koninkrijk voldoet aan zijn verplichting om gevolg te geven aan de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Matthews tegen het Verenigd Koninkrijk, zulks in overeenstemming met het recht van de Europese Unie.

 

b)  Notulenverklaring van de Raad en de Commissie

 

De Raad en de Commissie nemen nota van de verklaring van het Verenigd Koninkrijk dat het, teneinde te voldoen aan zijn verplichting om gevolg te geven aan de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Matthews tegen het Verenigd Koninkrijk, ervoor zal zorgen dat de noodzakelijke wijzigingen worden aangebracht om de kiezers op Gibraltar in staat te stellen, als deel van en onder dezelfde voorwaarden als het electoraat van een bestaand Brits kies­district, hun stem uit te brengen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, zulks in overeen­stemming met het recht van de Europese Unie.

 

_______________